Do IoT Fieldlab officieel van start

Het nieuwe fieldlab Do IoT (Delft on Internet of Things) is woensdagmiddag officieel van start gegaan tijdens een bijeenkomst op de TU Delft Campus. Het Do IoT Fieldlab richt zich op het ontwikkelen van toepassingen van het Internet of Things, waarbij 5G een belangrijke rol speelt. “Het Internet of Things brengt een heleboel fantastische dingen voor de toekomst”, zei decaan John Schmitz van de faculteit Electrotechniek, Wiskunde en Informatica (EWI).

Bij het Internet of Things (IoT) wisselen grote aantallen apparaten informatie uit via een draadloos netwerk, wat vraagt om zeer snelle verbindingen met een hoge betrouwbaarheid en korte reactietijd. 5G, de nieuwe generatie mobiele communicatienetwerken, biedt deze mogelijkheid. “Zelfrijdende auto’s in een drukke straat moeten heel snel kunnen communiceren met hun omgeving”, zei Schmitz. “Daarvoor heb je 5G nodig.”

TU Delft
Binnen de TU Delft werken meerdere faculteiten  – EWI, Techniek, Bestuur en Management (TBM) en Industrieel Ontwerpen (IO) – samen om zo niet alleen de technische uitdagingen op te lossen, maar ook kwesties rondom governance, design en sociale aspecten aan te pakken.

Operaties op afstand
Ook voor het zogeheten tactiele internet, waarbij we via het internet ook tastzin willen kunnen overbrengen, is 5G een voorwaarde. Daarbij kan bijvoorbeeld een chirurg op afstand een operatie uitvoeren met een robotarm, legde Fernando Kuipers – associate professor van de faculteit EWI en één van de trekkers van het Do IoT fieldlab – uit tijdens de drukbezochte bijeenkomst.

“Voorwaarde is wel dat de robotarm extreem snel reageert en dat de chirurg ook moet kunnen ‘voelen’ dat hij bijvoorbeeld niet te diep snijdt. Dat kan enkel met de zeer korte reactietijd van het 5G netwerk.”

Totaaloplossing
Het nieuwe fieldlab biedt de mogelijkheden om al deze toepassingen uit te proberen, zodat snel duidelijk wordt welke innovaties werken en welke niet. “Dat kunnen we niet alleen, en daarom hebben een aantal partners om samen te werken aan een totaaloplossing”, aldus Schmitz. Het Do IoT Fieldlab is opgericht door de provincie Zuid-Holland, TNO, gemeente Delft, Metropoolregio Rotterdam Den Haag (MRDH), gemeente Katwijk, Holland Rijnland en de TU Delft.

Boost voor Zuid-Holland
Tijdens de bijeenkomst op de TU Delft Campus verrichtte wethouder Saskia Bruines van de gemeente Den Haag namens de MRDH de openingshandeling: een demonstratie van het tactiele internet. De MRDH investeert 200 duizend euro in het Do IoT Fieldlab. “Deze nieuwe technologie biedt veel mogelijkheden voor deze regio”, zei Bruines. “Het zal de economie en de provincie een mooie boost geven.”

Unmanned Valley Valkenburg
Het nieuwe lab heeft testlocaties op de TU Delft Campus (The Green Village) en Unmanned Valley Valkenburg bij Katwijk. Op Unmanned Valley Valkenburg gaan toepassingen voor drones worden getest, vertelde wethouder Gerard Mostert. “Op zee kun je bijvoorbeeld drones laten communiceren via 5G zodat je drenkelingen sneller kunt detecteren.”

T-Mobile
Ook T-Mobile is betrokken bij het Do IoT Fieldlab. Het telecombedrijf is vooral geïnteresseerd in de problemen die worden opgelost. “Wij moeten het 5G-netwerk gaan bouwen. Dat kunnen we alleen als we weten waarvoor het gaat worden gebruikt”, zei Egbert Kroon. “Maar het leuke van het Internet of Things is: de wereld is onbeperkt. We kunnen elk probleem oplossen.”

The Green Village en station Delft Campus
In Delft is The Green Village de testlocatie, daar kan onder andere worden getest met zelfrijdende auto’s. Tijdens de bijeenkomst was daarvan al een interessante demo te zien. Maar ook rondom het nieuwe station Delft Campus zal worden geëxperimenteerd met 5G en IoT toepassingen. “Hier staat een hele trotse wethouder”, zei Bas Vollebregt namens de gemeente. Hij wees op de talloze andere fieldlabs op de TU Delft Campus, waaronder RoboHouse, RADD en RAS. “Zij gaan ook in samenwerking met het Do IoT Fieldlab de mogelijkheden van deze nieuwe communicatietechnologie verkennen.”

Living lab Scheveningen
Ook legt het Do IoT Fieldlab de verbinding met andere living labs in Scheveningen en Rotterdam, waar onder andere getest wordt hoe een nieuwe slimme digitale infrastructuur kan worden gebruikt voor crowd control. “Het mooie is dat iedereen elkaar aanvult en elke gemeente de rol pakt waarin hij sterk is”, zei Vollebregt. Bruines: “We kunnen veel van elkaar leren.”

Enthousiasme
“Het is heel erg leuk om te zien dat zo veel mensen enthousiast zijn om samen te werken met ons. Het stimuleren van de samenwerking tussen overheden, kennisinstellingen en het bedrijfsleven is een belangrijk onderdeel van het fieldlab”, zei programmamanager Lenneke de Voogd van de TU Delft. “Daar gaan we een mooi programma voor bouwen met elkaar.”

Cybersecurity
Zoals elke nieuwe digitale technologie, liggen er ook gevaren op de loer. “Zo’n netwerk waarbij elk apparaat met elkaar is verbonden, is natuurlijk erg interessant voor minder goedgezinde lieden”, zei Schmitz. “Cybersecurity speelt een grote rol, en daarom werken we ook samen met The Hague Security Delta.” Hierdoor kunnen we zorgen dat het Internet of Things ook ‘robuust’ wordt. Schmitz is optimistisch: “We hebben de juiste mensen aan boord. Dat gaat helemaal goedkomen.”